Sommige kinderen hebben veel problemen met het leren rekenen. Wanneer dit het geval is kan er sprake zijn van ernstige rekenproblemen of dyscalculie. Bij dyscalculie is er sprake van een leerstoornis, waarbij de achterstanden op rekengebied groot zijn en blijven, ondanks intensieve extra begeleiding die is ingezet.
Een dyscalculie- of rekenonderzoek brengt het rekenprobleem helder in beeld. De school krijgt praktische handvatten om het kind optimaal te begeleiden
Voorwaarden
Voor een rekenonderzoek gelden geen specifieke voorwaarden. De ouders of de school kunnen dit onderzoek altijd aanvragen. Met een rekenonderzoek wordt nagegaan wat het functioneringsniveau van het kind is en welke didactiek nodig is om het kind verder te helpen in zijn ontwikkeling.
Voor een dyscalculie-onderzoek zijn wel een aantal criteria opgesteld, voordat overgegaan wordt tot verdiepend onderzoek:
1. De school toont aan dat het kind intensieve rekenbegeleiding heeft gekregen (gedurende 6 maanden, minimaal 2 keer per week een halfuur).
2. De school onderbouwt de ernst van het rekenprobleem. De school toont aan dat er op 3 achtereenvolgende meetmomenten sprake is van een ernstige achterstand, ondanks intensivering van begeleiding, gedurende 6 maanden. Met een ernstige achterstand wordt bedoeld: V(min)-score of E-score (laagste 10%) bij Cito-rekenen.
Dyscalculie- en rekenonderzoek
Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?
- Bepalen van het IQ en de leercapaciteiten van het kind.
- Onderzoek naar rekenspecifieke vaardigheden (waar en wanneer valt het kind uit?)
- Onderzoek naar persoonskenmerken, die de rekenproblemen kunnen verklaren of versterken (bijvoorbeeld angst of gebrek aan motivatie). Het onderzoek levert een totaalbeeld van het kind op.
Op basis van de resultaten wordt een rapportage opgesteld. School en ouders krijgen praktische adviezen, waarmee ze de ontwikkeling van het kind verder kunnen stimuleren.
Als het kind dyscalculie heeft, ontvangen de ouders een dyscalculieverklaring.